Autisme en Trauma Deel 1
Inleiding
Het woord “trauma” is afgeleid van een Grieks woord dat wond of verwonding betekent.
Dertig jaar geleden dacht men nog dat je van traumatisch gebeurtenissen kon genezen als je maar kon vertellen wat er was gebeurd aan je therapeut. Nu weten we dat het vertellen over wat er met je is gebeurd niet automatisch zorgt voor een goede verwerking. Praten over traumatisch gebeurtenissen kan soms zelfs averechts werken. Dat komt omdat dan onvoldoende wordt meegenomen wat er in je lichaam gebeurt tijdens en na een trauma.
Ik weet nog hoe pijnlijk het voor mij was om in een therapiekamer weer het verhaal te vertellen. Het hielp niet en maakte de wonden alleen maar dieper. Lang heb ik gedacht dat verwerken wilde zeggen dat je er nooit meer aan dacht. Ik nam het letterlijk. Als je iets verwerkt dan kan het in een mapje trauma gezet worden zoals op de computer. Of zelfs verwijderen naar de prullenbak. Mijn mapje ging elke keer weer open bij bepaalde triggers al deed ik nog zo mijn best deze mapjes niet meer te openen.
In de Cognitieve Gedrags Therapie kreeg ik steeds het gevoel dat mijn gedachten fout waren. Ik moest leren anders te denken? Mijn rationele brein was mijn anker! Hoe kon ik dat loslaten? Het contact met mijn emoties was verstoord en niet mijn denken.
Later kreeg ik EMDR. Een gefragmenteerde herinnering oproepen uit een ver weg gestopt deel uit mijn emotionele pijnlijke geheugen en tegelijk felle lampjes volgen kon ik onmogelijk met elkaar in verband brengen. Het liep af op een grote teleurstelling.
Mindfulness gaf mij enkel onrust en vond ik destijds bedreigend. Bij de hypnotherapie kreeg ik een beeld waar ik enorm van schrok en ik wilde niet verder met deze therapie. Zo heb ik allerlei therapieën gehad. Herstellen is uiteindelijk gelukt mede door een behandelaar (SPV er) die ASS begreep en waar ik mij veilig bij voelde. Dat duurde ongeveer acht jaar. Verwerking wil niet zeggen dat je van een trauma in een paar sessies verlost bent. De verzekering en de wachtlijsten willen dat wel graag, maar zo werkt het meestal niet.
Mensen met autisme hebben een verhoogd risico op blootstelling aan traumatische gebeurtenissen. Het verwerken van sociale informatie kan trager verlopen waardoor waarschuwing signalen voor gevaar niet tijdig worden gesignaleerd.
Waar gaat dit blog over?
- Wat is trauma?
- Wat zijn triggers?
- ASS en PTSS
- Herstellen van een trauma
- Voordat je traumabehandeling krijgt
Wat is trauma?
Het woord ‘trauma’ wordt gebruikt om aan te duiden dat iemand een gebeurtenis heeft meegemaakt die nog niet goed verwerkt is, waardoor iemand er in het dagelijks leven last van heeft. Soms gaat het om één gebeurtenis, zoals bijvoorbeeld; een brand, een ongeluk, een overlijden of een overval. Dit wordt een enkelvoudig trauma genoemd. Wanneer er een reeks van traumatische gebeurtenissen heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld seksueel misbruik, mishandeling, pesterijen) noemen we dat een meervoudig trauma.
Een traumatische gebeurtenis kan heftige klachten veroorzaken. Vaak dringt de herinnering zich aan je op, terwijl je juist zo hard je best doet om er niet over na te denken. Dit kan onder andere gebeuren in de vorm van nachtmerries of herbelevingen. De herinnering brengt hevige angst en spanning met zich mee, wat maakt dat je alles probeert te vermijden wat die herinnering weer naar boven kan halen. Door een continu verhoogd stressniveau ben je gejaagd, prikkelbaar, overdreven waakzaam of schrik je snel. Je hebt veel negatieve gedachten en je hebt weinig plezier meer in de dingen die je voorheen leuk vond.
Steeds terugkerende en zich opdringende herinneringen, schrikreacties, vermijding en negatieve emoties na een traumatische gebeurtenis zijn passend bij een posttraumatische stressstoornis, oftewel PTSS.
Triggers
Een trigger activeert de herinnering aan een trauma. Dat uit zich fysiek en emotioneel. Ze brengen het trauma keer op keer opnieuw tot leven in ons lichaam en in onze emoties en gedachten. Soms meerdere keren op een dag. Het lichaam raakt gespannen, de hartslag gaat omhoog, we zien vreselijke beelden en we voelen angst, woede, pijn, schaamte. Een trauma kan iemand zich meestal niet precies herinneren. Vaak is het een onsamenhangende herinnering. Het zit dan wel in onze emoties, reuk en gevoel van enorme onmacht. (Ogden, Minton,& Pain 2006).
Triggers kan je vergelijken met een mijnenveld. Als je een trigger tegenkomt dan kan het zo maar ontploffen in je hoofd. Paniek en angst. Je krijgt het benauwd, gaat zweten en je weet niet wat je moet doen of wat je moet zeggen. Je keel zit dicht of je gaat juist schreeuwen of huilen.
Als je gaat praten over het trauma dan worden de triggers en het mijnenveld actief. Praten is uitermate belangrijk, maar het lucht niet altijd op. Wanneer je er nog niet toe bent om erover te praten dan hoor je niet wat de ander (behandelaar) tegen je zegt. Je hoofd zit nog te vol en je wordt overspoeld en geblokkeerd door emoties. Dan is het nodig om kalm te worden en veiligheid te ervaren. Hierbij heb je ondersteuning en verbinding nodig van een ander. Iedereen verwerkt trauma op zijn of haar eigen manier en het tempo kan niemand voor je bepalen.
Heden en verleden onderscheiden. Als we leren herkennen wanneer we op het verleden reageren, helpt ons dat om te weten dat we veilig zijn (maar getriggerd) zijn in plaats van echt in gevaar. Het is mijn emotioneel geheugen dat roept en met mijn denkende brein zorg ik ervoor dat ik weer verder kan gaan met mijn dagelijkse activiteiten.
ASS en PTSS
De symptomen van ASS en PTSS kunnen in gedrag op elkaar lijken, maar de oorzaak is anders. Het komt voor dat mensen een ASS-diagnose krijgen terwijl het een PTSS en andersom ook.
Voorbeelden van verschillen:
- ASS is aangeboren en PTSS niet.
- Slaapproblemen
Mensen met ASS hebben vaak slaapproblemen. Dat kan komen door overprikkeling en piekeren. Bij PTSS ontstaan de slaapproblemen pas na het trauma door herbelevingen en angsten. - Oogcontact.
Bij PTSS is oogcontact moeilijk door bijvoorbeeld schaamte en bij ASS kan dat zijn om overprikkeling te voorkomen. - Moeite met afsluiten/los laten en ontspannen
Dit komt voor bij ASS en PTSS. - De woorden niet vinden.
Door een trauma is het vinden van woorden over het trauma moeilijk door traumatisch stress. Bij ASS is het vinden van woorden voor de emoties die we voelen vaak moeilijk, maar dan is de ASS de oorzaak. - Hyperwaakzaamheid PTSS.
Bij extreme waakzaamheid is alles verdacht: harde geluiden, een boze stem, een plotselinge beweging. Het brein ziet overal een mogelijk gevaar ook als er geen gevaar is. Je lichaam schrikt bij het minste of geringste geluid, een aanraking of beweging. Je slaap kan verstoord zijn. Overdreven, geschrokken reacties en plotselinge stemmingsveranderingen zijn ook symptomen van hyperwaakzaamheid. Hyperwaakzaamheid is geen kenmerk van autisme. Het gedrag kan wel lijken op deze symptomen, maar dan is het een gevolg zijn van overbelasting vanuit de ASS. - Intrusie.
De traumatische gebeurtenis blijft zich opdringen in het huidige leven. Niets lijkt veilig. De getraumatiseerde kan het niet los laten en verder gaan. Het verleden kan plotseling naar boven komen in nachtmerries, nachtangst, flashback en reacties waarop het lijkt of het trauma net pas is gebeurd. Nieuwe herinneringenvormen zijn moeilijk (hippocampus) doordat de amygdala voortdurend het alarm laat afgaan. Intrusie is geen kenmerk van ASS. Angst en paniekklachten zien we wel vaker bij ASS, maar dat hoeft niet gerelateerd te zijn aan PTSS. - Dissociatie.
Dit gebeurt als de angst of de pijn te veel wordt en de psyche zich dissocieert alsof het niet aanwezig is. Dissociatie is geen kenmerk van autisme
Herstellen van een trauma
Er is veel onderzoek gegaan naar hoe mensen herstellen na een traumatisch gebeurtenis. Hierin zien we dat er een aantal factoren zijn die een betere kans geven op het behandelen van trauma.
Cognitieve vaardigheden
Het vermogen om informatie op te nemen en te gebruiken.
ASS is een beperking in het verwerken van informatie.
Groeimentaliteit.
Dit wil zeggen dat iemand vooruit wil gaan en daar een beeld bij heeft. Een groeimentaliteit ziet mogelijkheden in plaats van doemscenario’s.
Mensen met ASS hebben moeite met de verbeelding.
Intrusieve ruminatie tegenover opzettelijke ruminatie
Bij opzettelijke ruminatie proberen we de situatie te begrijpen en bedenken we oplossingen. Het is een doelbewust zelfonderzoek.
Mensen met ASS kunnen veel last hebben van rumineren.
De omgeving
Hoe we met elkaar omgaan kan bepalend zijn voor hoe een trauma verwerkt kan worden. Mensen met autisme voelen zich vaak niet begrepen en worden ook vaker niet begrepen.
Na een trauma heeft iemand met ASS meer last van de beperkingen die er al waren voor het trauma. Door een trauma is het zenuwstelsel nog verder overbelast.
Emotioneel geheugen
Mensen met ASS en een hogere intelligentie proberen rationeel oplossingen te vinden omdat ze moeite hebben om overweldigende emoties onder woorden te brengen. Een trauma kan je echter niet alleen oplossen door er rationeel (piekeren, nadenken) mee om te gaan. Rationeel kan je een trauma goed verwerkt hebben, maar emotioneel hoeft dat niet zo te zijn. Bij elke emotionele trigger kan dit deel van het geheugen weer actief worden. Ons emotionele geheugen is sterker dan het leer (denk) geheugen.
Opgeslagen herinneringen verliezen na verloop van tijd scherpte en detail. Bij emotionele herinneringen is dat niet of nauwelijks het geval. Onderzoekers van het Radboudumc hebben ontdekt dat dit komt doordat die herinneringen op een andere manier worden opgeslagen. Uit dergelijk onderzoek – zowel bij mens als dier – komt bijvoorbeeld naar voren dat emotionele gebeurtenissen sterker en meer levendig worden opgeslagen.
De REM slaap is belangrijk bij het verwerken van emoties. Mensen met ASS en PTSS slapen over het algemeen slecht. Een verstoorde nachtrust zorgt ervoor dat emoties niet goed verwerkt kunnen worden. De verwerking moet gebeuren in je hersenen, maar daarvoor moeten ze wel de kans krijgen door een goede nachtrust. Trauma ervaar je in je lichaam en niet alleen in je denkende brein.
Emoties (neuronenbanen) slijten dieper in naarmate we er meer over nadenken. Mensen met autisme piekeren vaak en denken na over wat ze ervaren met name als het gaat om het verwerken van sociale informatie.
Voordat je trauma behandeling krijgt
Een behandeling bij ASS en PTSS kan aanslaan als er een band is van vertrouwen, rust en kalmte tussen cliënt en behandelaar.
Vaak wordt er EMDR ingezet en dat kan goed zijn, maar zorg dat je bij een ervaren EMDR therapeut in behandeling bent. Vraag naar zijn of haar opleiding en ervaring in het werken met mensen met ASS.
Een autisme coach of autismespecialist zijn geen behandelaars! Ze kunnen je wel doorverwijzen, maar laat ze niet het trauma behandelen als je klachten gediagnosticeerd zijn als PTSS.
Een goede behandelaar schat in of je voldoende draagkracht hebt om een behandeling te volgen. Dat kan een behandelaar doen met meerdere testen. Het helpt jou om niet meteen in het mijnenveld terecht te komen.
De kennismaking mag lang duren. Pas als er vertrouwen en veiligheid is kan er een volgende stap genomen worden. Mede door de wachtlijsten en de werkdruk van behandelaars gaat men nu misschien soms te snel van start.
Ik heb vaak gehoord dat mensen met ASS het niet geregeld kregen als ze zich iets moesten verbeelden tijdens de therapie van bijvoorbeeld EMDR of hypnose of mindfulness. Als een behandelaar je dat vraagt dan is er misschien weinig kennis van ASS bij de therapeut. Als je ASS hebt dan heb je iets concreets nodig. Bij trauma zijn dat soms plaatjes of foto’s of andere hulpmiddelen nodig om in gesprek te komen.
Een goede nachtrust heb je nodig om je trauma te verwerken. Als je niet weet hoe je kunt ontspannen dan is mijn advies om eerst hiermee aan de slag te gaan voordat je verder gaat met traumabehandeling. Dan heb je handvaten voor als de behandeling impact gaat hebben op je functioneren. Je weet dan hoe je weer kunt ontspannen. In deel 2 wordt de achtergrondinformatie hierover uitgelegd.
Marline Pijler
Bronnen:
Brain basics: Ontrafel de mysteries van geheugen en emoties | Donders Wonders (ru.nl)
Volgens de polyvagaal theorie komt een overprikkelt brein voor bij; trauma, autisme, hechtingsproblematiek en sociale angst. In de DSM wordt alles in hokjes (diagnosen) ingedeeld, maar in werkelijkheid is er vaak overlap. Niemand zit maar in een hokje. De hokjes vanuit de DSM zijn gemaakt om overzicht te geven, maar geen enkele diagnose kan je vaststellen op basis van bio markers.Op zoek naar biomarkers om interventies bij autismespectrumstoornis te begeleiden: een systematische review - PubMed (nih.gov). Een diagnose wordt gesteld op basis van gedrag en is altijd subjectief. Er wordt wel onderzoek gedaan naar bio markers, maar dit staat nog in de kinderschoenen. Dit wil niet zeggen dat een diagnose niet zinvol (en terecht) is.
Publicatie
Noradrenergic activation of the basolateral amygdale maintains hippocampus-dependent accuracy of remote memory - Erika Atucha, Vanja Vukojevic, Raquel V. Fornari, Giacomo Ronzoni, Philippe Demougin, Fabian Peter, Piray Atsak, Marcel W. Coolen, Andreas Papassotiropoulos, James L. McGaugh, Dominique J.-F. de Quervain, and Benno Roozendaal
Richtlijnen EMDR bij ASS
Boeken:
Stefan Porges De polyvagaal theorie en de transformerende ervaring van veiligheid
Traumabehandeling en sociale betrokkenheid en gehechtheid
Stefan Porges De polyvagaal theorie in therapie het ritme van regulatie
Janine Fisher De levende erfenis van trauma transformeren (werkboek)
Dr.Edith Shiro Trauma als onverwacht geschenk