Triggers en ACT
Inleiding
Iedereen heeft wel eens te maken met triggers. Dat zijn situaties of prikkels die sterke emotionele reacties oproepen. Voor mensen met autisme kunnen deze triggers anders en vaak intenser ervaren worden. Wat voor de één misschien een lichte irritatie is, kan voor een ander overweldigend zijn en leiden tot angst, stress of zelfs een paniekaanval. In deze blog duiken we dieper in de wereld van triggers en autisme.
We verkennen wat triggers precies zijn, hoe ze het dagelijks leven beïnvloeden van mensen met autisme, en delen praktische handvatten om hiermee om te gaan.
Of je nu zelf autisme hebt, iemand kent die dat heeft, of simpelweg geïnteresseerd bent in dit onderwerp, deze blog biedt inzicht en handvatten voor een beter begrip van deze complexe interacties. Laten we samen ontdekken hoe we meer empathie en ondersteuning kunnen creëren voor degenen die hiermee te maken hebben.
Waar gaat dit blog over?
- Wat is een emotionele trigger?
- Wat gebeurt er in de hersenen?
- Triggers en autisme
- Handvatten
1. Wat is een emotionele trigger?
Een emotionele trigger is een prikkel (dat kan een gebeurtenis, een herinnering, een persoon of zelfs een bepaald woord zijn) die intense emoties bij je oproept.
Deze triggers kunnen zowel positief als negatief zijn en leiden vaak tot sterke reacties zoals angst, woede, verdriet of blijdschap.
2. Wat gebeurt er in de hersenen?
Wanneer je wordt blootgesteld aan een emotionele trigger, vinden er verschillende processen plaats in de hersenen.
1. Prikkelontvangst
Een externe of interne prikkel activeert je zintuigen of herinneringen. Dit kan zijn een specifiek geluid, geur, beeld, aanraking, smaak of iets anders.
2. Emotionele reactie
De amygdala, de hersenstructuur die verantwoordelijk is voor emotionele verwerking speelt hierbij een belangrijke rol.
Deze kan een emotionele reactie oproepen zoals angst, of blijdschap of verdriet.
3. Gedachten en herinneringen
Het kan dat door de trigger je gedachten gaan afdwalen naar negatieve gedachten of herinneringen.
4. Gedragsverandering
Door wat de trigger bij je oproept in gedachten en herinneringen kan het zijn dat je gedrag veranderd. Bijvoorbeeld je wordt blij of juist verdrietig of boos.
5. Zelfreflectie
Na of tijdens een trigger denk je “wat is dit of waar komt dit vandaan”? Je wilt weten wat het precies wil zeggen en bij een negatieve trigger wil je er ook graag vanaf komen. Soms blijven mensen te lang hangen in een “trigger”. Ze hechten er dan te veel waarde aan en komen in een vicieuze cirkel van piekeren terecht.
3. Triggers en autisme
Worden mensen met autisme vaker getriggerd dan neurotypisch mensen (mensen zonder autisme)?
Het is belangrijk om te onthouden dat autisme een spectrum is en dat elke mens uniek is. De een is gevoeliger dan de ander.
1. Overprikkeling
Veel mensen met autisme ervaren een verhoogde gevoeligheid voor zintuigelijke prikkels, wat kan leiden tot overprikkeling en emotionele reacties.
2. Sociale interactie
Sociale situaties kunnen uitdagender zijn voor mensen met autisme, waardoor ze sneller emotioneel getriggerd kunnen worden door miscommunicatie of sociale stress.
3. Emotionele Regulatie
Sommige mensen met autisme vinden het moeilijk om hun emoties te reguleren met als gevolg sterke emotionele reacties.
4. Empathie en aangeleerd gedrag
Hoewel sommige mensen met autisme moeite hebben met sociale en emotionele signalen, kunnen anderen juist een sterke empathie ervaren, wat hen ook weer sterk kan raken in emotionele situaties.
4. Handvatten
Omgaan met negatieve triggers kan een uitdaging zijn, maar er zijn verschillende handvatten die je kunt gebruiken om deze situaties beter te beheersen:
- Bewustwording: Identificeer wat je triggers zijn. Dit kan variëren van specifieke situaties, woorden of zelfs mensen. Door bewust te zijn van je triggers, kun je beter voorbereid zijn.
- Reflectie: Denk na over de situaties waarin je je negatief voelde. Wat gebeurde er? Hoe reageerde je? Reflectie helpt je te begrijpen waarom bepaalde dingen je raken en hoe je anders kunt reageren.
- Ademhalingstechnieken: Wanneer je merkt dat je negatief getriggerd wordt, neem dan een paar seconden om diep adem te halen. Dit kan helpen om je zenuwstelsel te kalmeren en je een moment van rust te geven.
- Denk aan alternatieve verklaringen: Vaak kunnen we snel aannames doen over de intenties van anderen of over de situatie. Probeer een andere uitleg voor het gedrag van anderen te bedenken.
- Kader je gedachten positiever: Werk aan het omzetten van negatieve gedachten in positieve of neutrale gedachten. Dit kan helpen om je emotionele reactie te veranderen.
- Oefen zelfzorg: Zorg voor jezelf door voldoende slaap, gezonde voeding en lichaamsbeweging. Dit versterkt je mentale veerkracht.
- Grenzen stellen: Als bepaalde mensen of situaties je regelmatig triggeren, overweeg dan om grenzen te stellen. Dit kan betekenen dat je minder tijd doorbrengt met bepaalde mensen of bepaalde situaties vermijdt.
- Zoek steun: Praat met vrienden, familie of een professional over je ervaringen. Steun kan je helpen om beter om te gaan met je triggers.
- Ontspannings- en meditatie- oefeningen. Regelmatige meditatie, yoga of andere ontspanningstechnieken kunnen je helpen om beter om te gaan met stress en triggers.
- Hulp zoeken: Als je merkt dat negatieve triggers je leven aanzienlijk beïnvloeden, overweeg dan om met een therapeut of counselor te praten. Zij kunnen je helpen bij het ontwikkelen van coping-strategieën.
ACT is een methode die kan helpen bij het omgaan met triggers.
In een ander blog kan je hierover lezen.
Methodieken uit de praktijk:
1. Acceptance & Commitment Therapy
2. Polyvagaal theorie en het Safe & Sound Protocol
3. Brain Blocks
4. Psycho educatie autisme
5. Zelfcontrole (omgaan met boosheid) Jeroen Bartels
Marline Pijler